Waar zit de fout?

Er wordt door nul gedeeld. Dat mag niet.

Hoe gaat de redenering?
In stap 1 neem je aan dat a = b.
 
Dat vermenigvuldig je met a in stap 2.
 
Vervolgens tel je er a²- 2ab bij op in stap 3.
 
Daarna neem je gelijke termen samen in het linker lid en werk je het rechterlid uit. Dat geeft vergelijking 4:
 

2(a²-ab) = a²-ab

  Vervolgens deel je door a²-ab en vind je het eindresultaat: 2 = 1.

Waar zit de fout in de redenering?
Als je van stap 4 naar het eindresultaat gaat, deel je door a²-ab. De deler a²-ab is echter gelijk aan nul. Dat komt doordat je hebt aangenomen dat a = b.

Opmerking:
Dit soort drogredeneringen zie je vaker. De meeste, zo niet alle, gaan de mist in doordat er op een of andere manier "ergens" door nul wordt gedeeld. Zie ook raadsel #9.

« Sluiten »